Bron: www.vetined.nl
N.B.:
De uitvoering en interpretatie van de Ovucheck Plasma Progesterontest moet uitsluitend gedaan worden door een dierenarts. De betreffende dierenarts is verantwoordelijk voor de uiteindelijke adviezen, de eigenaar van de fokteef voor de correcte opvolging daarvan.
Op welke dag van de loopsheid moet ik een teef laten dekken?
De variatie in ovulatietijdstip bij een teef is zeer groot. De ovulatie (eicelsprong) kan plaats vinden van de 5de dag van de loopsheid tot en met de 30ste dag van de loopsheid. De meeste teven ovuleren tussen de 9de en de 13de dag van de loopsheid. Bij 44% van de teven verschilt het tijdstip van ovuleren aanzienlijk per loopsheid! De dag van de loopsheid zegt ons dus te weinig over de juiste dekperiode.
Progesteronmeting om de juiste dekperiode vast te stellen!
De progesterontest is op dit moment het belangrijkste hulpmiddel om de juiste dekperiode te bepalen bij een teef. Het is te verwachten, dat in de nabije toekomst echoscopisch onderzoek van de eierstokken meer en meer van belang wordt bij het monitoren van de activiteiten in de eierstokken.
Hier en daar horen we kritische geluiden over de betrouwbaarheid van de progesterontest als aanwijzing voor de juiste dekperiode. Er zijn verschillende oorzaken voor deze discussie:
- Bepaling van het juiste dektijdstip alleen is nog geen garantie voor dracht. Er zijn veel meer oorzaken van het uitblijven van dracht dan alleen de keuze van de verkeerde dekperiode.
- Er zijn verschillende testen op de markt. De testen waarbij nauwkeurig de concentraties van progesteron worden gemeten en in een getal worden uitgedrukt zijn het meest betrouwbaar.
- De interpretatie van de testresultaten wordt niet altijd juist uitgevoerd.
- Las but not least: de uitvoering van de test vereist kennis en vaardigheid
Ovulatie als meest betrouwbare ijkpunt!
De clou van het verhaal is simpel. We moeten niet blind vertrouwen op het gegeven dat de juiste dekperiode overeenkomt met een progesteron waarde van 10 – 12 ng/ml. Theoretisch klopt dat wel, maar in de praktijk blijkt toch vaak dat we dan een grotere kans lopen te laat te zijn; zeker in het geval van KI.
Als we de ovulatie als vertrekpunt kiezen voor de berekening of inschatting van de juiste dekperiode zullen we ontdekken, dat we meer kans maken om niet te laat te zijn, mogelijk in enkele gevallen iets te vroeg; veel gunstiger in het geval van KI.
De ovulatie vindt plaats als er een snelle stijging (min. 2 eenheden in 2 dagen) van de progesteronwaarde plaats vindt in het meetgebied tussen 4,7 – 7,8 ng/ml.
Als we vanaf het moment van ovulatie nog 1 dag rekenen voor ovulatie en minimaal 1 dag voor eicelrijping kunnen we (het begin) van de dekperiode stellen op 2 dagen na de ovulatie. Het is handig om dat (tijdig) te weten, als we ver moeten reizen naar de reu.
Na de ovulatie (duurt dus 1 dag) heeft de eicel nog 1 – 3 dagen nodig om te rijpen; alleen een rijpe eicel kan bevrucht worden. Er zijn meerdere ovulaties met verschillende rijpingsduur. Na volledige rijping blijft een eicel nog ongeveer een dag in leven. Een dekperiode duurt in theorie 1 – 3 dagen; in de praktijk moeten we er rekening mee houden, dat de teef vaak slechts circa 1 – 2 dagen staat en er dan dus maximaal 2 keer gedekt kan worden met een tussentijd van 24 - 36 uur.
Een extra argument om te kiezen voor de ovulatie als vertrekpunt voor onze voorspelling van de juiste dekperiode is dat waarschijnlijk de betrouwbaarheid van de test groter is bij lagere dan bij hogere progesteronwaardes.
In een grafiek ziet het er zo uit:
Eerst zien we de progesteronwaarde als een bijna verticale lijn (≤ 1 ng/ml) van. Dat is de basiswaarde die bij een teef in de rustfase van de cyclus te meten is.
Een eerste lichte stijging (1 – 4,7 ng/ml) van de progesteronspiegel vindt al plaats vóór de ovulatie (a). Dit wordt veroorzaakt door veranderingen in de functie van de nog niet gesprongen follikel waarin de eicel zich bevindt.
Pas als er een ovulatie heeft plaats gevonden stijgt de progesteronwaarde snel (!) door (4,7 – 7,8 ng/ml). De ovulatie duurt circa 1 dag (a - b); de eicelrijping 1 – 3 dagen (b).
Wanneer moet de dekking plaats vinden?
De eerste dekking (of dekkingspoging) moet op z’n vroegst plaats vinden 2 dagen na de ovulatie; we gaan immers uit van 1 dag ovulatie en minimaal 1 dag eicelrijping.
Dit is bij KI nooit een probleem. Maar bij een natuurlijke dekking is het in een aantal gevallen nog te vroeg. In dat geval ‘staat’ de teef later dan de eerste eicellen gerijpt zijn. In sommige gevallen ‘staat’ een teef ook minder lang dan dat er levende rijpe eicellen zijn. In dat laatste geval lopen we met een deknorm van 10 – 12 ng/ml makkelijk de kans te laat te zijn.
Sperma heeft een levensduur van 48 uur. De dekking zou theoretisch nog een dag eerder kunnen. Maar nog eerder dekken heeft geen zin, omdat dan de teef meestal zeker nog niet ‘staat’.
Uitgaande van maximaal 3 dagen rijping, 1 dag overlevingsduur van eicellen en 48 uur overlevingsduur van sperma zal de tweede dekking 48 uur na de eerste dekking moeten plaats vinden. Maar dat is theorie.
In de praktijk zullen we nooit precies dekken direct na de rijping van de allereerste eicellen. Bovendien weten we dat een teef korter kan ‘staan’ dan dat er rijpe eicellen zijn. Dus in de praktijk voeren we de tweede dekking uit 24 – 36 uur na de eerste dekking.
In principe gelden deze twee dekmomenten ook voor KI, mits er gebruik gemaakt wordt van vers sperma.
Geldt dat ook voor diepvriessperma?
Diepvriessperma heeft een kortere levensduur dan vers sperma, namelijk slechts 24 uur. Daarom wordt KI met diepvriessperma uitgevoerd op de 2de, 3de en eventueel de 4de dag na de ovulatie. Eerder heeft geen zin.
Wanneer beginnen we met testen?
Statistisch is bekend dat een teef ovuleert (een eicelsprong heeft) tussen de 5de en 30ste dag van de loopsheid. Bij die lage ondergrens rijst natuurlijk de vraag of de eerste dag van de loopsheid wel juist is vastgesteld. Als eerste dag van de loopsheid wordt beschouwd de dag waarop de eigenaar voor het eerst bloederige uitvloeiing ziet. Een ‘schone’ teef kan zichzelf zodanig schoon houden, dat het aan de aandacht van de eigenaar ontglipt. Meer dan normaal likken aan de vulva is een signaal!
Bij een redelijke zekerheid met betrekking tot de juistheid van de dagtelling komt het in de praktijk erop neer, dat de eerste test het beste op dag 8 - 9 van de loopsheid kan worden uitgevoerd.