Inleiding
Wij vergelijken tevenmelk, fabrieksmatig samengestelde puppymelk en zelf samengestelde puppymelk met elkaar. Als de teef niet in staat is om haar pups te zogen, geen of onvoldoende melk produceert, de kwaliteit van de melk afwijkend is (onvoldoende voedingswaarde of infectie) of pups de moedermelk niet verdragen (braken en/of diarree), zijn wij aangewezen op het gebruik van ‘kunstmelk’. Kiezen wij voor fabrieksmatig of zelf samengestelde puppymelk?
We kijken naar samenstelling en hoeveelheid. Voor de berekening van de benodigde hoeveelheid puppymelk per etmaal wordt de volgende berekening uitgevoerd:
Voor 1 gram groei is 16 kJ aan metabole energie nodig. Stel we hebben een pup met een geboortegewicht van 200 gram. Een pup verdubbelt zijn gewicht in 8 dagen. In een periode van 8 dagen is dus 200 gram x 16 kJ = 3200 kJ nodig = 400 kJ per etmaal.
Tevenmelk
Samenstelling tevenmelk (bron: Faculteit Diergeneeskunde Utrecht)
Bij een energiegehalte van 5.1 kJ zal de pup 78 ml tevenmelk per etmaal moeten opnemen; berekend over 8 voedingsbeurten = 9,8 ml per keer.
Het drinken van tevenmelk van / bij de moederteef zelf verdient de voorkeur, ook in verband met overdracht van de (juiste) antistoffen.
Fabrieksmatig samengestelde puppymelk
Samenstelling van Babydog Milk® van Royal Canin (in kant en klare oplossing)
Bij een energiegehalte van 4.3 kJ zal de pup 93 ml oplossing fabrieksmatig samengestelde puppymelk per etmaal moeten opnemen; berekend over 8 voedingsbeurten = 11,6 ml per keer.
De absolute hoeveelheden energie, vet (valt nog binnen de marge) en eiwit per etmaal zijn gelijk aan die van tevenmelk door het meervolume van circa 20%.
Bij de fabrieksmatig samengestelde puppymelk wordt behalve naar metabole energie, vet- en eiwitsamenstelling ook gekeken naar aminozuurpatroon, biologische waarde, verteerbaarheid en vetzuursamenstelling.
Zelf samengestelde puppymelk
Berekening van een in de praktijk toegepast recept (bron: www.fatsecret.nl)
Samenstelling zelf samengestelde puppymelk:
Bij een energiegehalte van 4.9 kJ zal de pup 82 ml oplossing zelfbereide samengestelde puppymelk per etmaal moeten opnemen; berekend over 8 voedingsbeurten = 10,2 ml per keer.
In deze samenstelling is er een gering tekort aan vet en een flink tekort aan eiwit.
Rauw ei(wit) bevat avidine. Avidine bindt biotine en als dit mengsel langer dan enkele dagen gevoerd wordt kan biotine deficiëntie optreden.
In de praktijk wordt bij de berekening van de hoeveelheid zelf samengestelde puppymelk vaak niet uitgegaan van de hoeveelheid benodigde metabole energie per gram groei, maar van een behoefte van 100 ml puppymelk per kg lichaamsgewicht per etmaal. Voor de voorbeeldpup neemt bij die berekening de dagelijkse hoeveelheid melk in 8 dagen geleidelijk toe van 2,5 – 5 ml. Dat is veel te weinig!
In de praktijk menen (ervaren) fokkers, dat de zelfbereide puppymelk volgens bovenstaand recept ‘succesvol’ is. De melk wordt zeer goed geaccepteerd / verdragen en bewerkstelligt ‘voldoende groei’. Mogelijk door een hogere viscositeit van de oplossing is er bij flesvoeding minder snel sprake van verslikken. Fokkers melden dat ze de pups dank zij het recept ‘er doorheen gehaald hebben’. Dat zijn ‘ervaringen’!
Op basis van deze vergelijkende ministudie kunnen we niet anders concluderen dan dat het ‘succes’ van deze zelf samengestelde voeding alleen maar mogelijk is als er sprake is van bijvoeding gedurende een korte periode (maximaal 1 – 2 dagen) in uiterste nood en als er sprake is van toch nog ruim voldoende ‘aanvulling’ door tevenmelk.
Er zijn pups die koemelk slecht verdragen; geitenmelk is dan een goed alternatief.
Conclusie
Conclusie is dat in alle gevallen waarin kunstmelkvoeding noodzakelijk is, zeker in het geval van volledige kunstmelkvoeding, moet worden gebruik gemaakt van fabrieksmatig samengestelde puppymelk. Een professionele fokker moet altijd (verse!) fabrieksmatig samengestelde kunstmelk(poeder) in huis hebben. Ervaringen uit de praktijk leren ons, dat het niet overbodig is om nog eens extra te benadrukken, dat men zich bij de bereiding van (fabrieksmatig samengestelde) kunstmelk strict aan het voorschrift op de verpakking houdt (zie link artikel onder aan de pagina).
Ofschoon de sondevoeding de beste manier is om pups te voeden, is de ervaring in de praktijk dat veel fokkers er tegen opzien en het uiteindelijk met een fles of een disposable spuit (zonder sonde) doen. Vooral bij het gebruik van een disposable spuit is uiterste voorzichtigheid geboden. Let bij flesvoeding op een goed functionerende speen. Bij flesvoeding is een voldoende sterke pup met goede zuig- en slikreflex van belang. Ook de houding van het dier ten opzichte van de speen/fles (horizontaal) is belangrijk om verslikken te voorkomen.
Link naar:Composition and use of puppy milk replacers in German Shepherd puppies in the Netherlands
R. J. Corbee, M. A. Tryfonidou, I. P. Beckers and H. A. W. Hazewinkel
Department of Clinical Sciences of Companion Animals, Faculty of Veterinary Medicine, Utrecht University, Utrecht, The Netherlands
Extra informatie m.b.t. het overnemen van de tevenzorg
Bron: Faculteit Diergeneeskunde (collegedictaat), Esther Plantinga, Auke Schaefers-Okkens, Jeffrey de Gier, Karin Albers-Wolthers en Ronald Corbee.
Als de teef niet goed voor de pup wil zorgen is het van belang de pup te gaan bijvoeden. De pup dient de eerste week om de 3 uur (8x daags) gevoerd te worden, dus ook ’s nachts. Er kan voor gekozen worden overdag om de 2 uur te voeden en gedurende de nacht 4 uur tussen twee voedingen te laten zitten. Tot 3 weken dienen de pups in ieder geval 8 voedingen per dag te ontvangen in verband met het maagvolume. Oudere pups kunnen elke 4 tot 6 uur bijgevoerd worden.
Erg belangrijk is het te vermelden dat het buikje van de bijgevoerde pup na het voeden met de klok mee gemasseerd dient te worden, om goede darmperistaltiek te bewerkstelligen en obstipatie te voorkomen. Tevens moet het perineum met een watje met warm water voorzichtig gemasseerd worden (let op overijverige eigenaren: huid gaat snel kapot) om de mictie- en deaecatiereflex op te wekken. Als er een moederhond is die deze taak op zich neemt is dat natuurlijk niet noodzakelijk. De eigenaar dient als het ware de totale moederzorg over te nemen, inclusief dus de lichamelijke verzorging van de pup. Dus de pup dient ook schoongehouden te worden door de eigenaar als de teef dat zelf niet meer doet of kan doen!
Bij pups dient de voeding via een maagsonde te worden gegeven, omdat bij pups de kans op verslikpneumonie behoorlijk groot is, wanneer een zuigfles gebruikt wordt. Er zijn speciale rubberen voedingssondes in de handel, deze zijn van zacht rubber gemaakt, wat de kans op trauma aan mondholte, trachea en maagslijmvlies vermindert. Bijkomende voordelen van het geven van melk met de sonde is dat de toediening sneller gaat, en dat de berekende hoeveelheid nauwkeuriger kan worden toegediend (zonder morsen). Ook zwakke pups die niet de kracht hebben om zelf te zuigen kunnen zo goed worden bijgevoerd.
Plaatsing van de maagsonde is eenvoudig. De afstand van mond tot laatste rib dient nauwkeurig bepaald te worden en te worden gemerkt op de sonde. De sonde kan eventueel van wat glijmiddel worden voorzien en kan dan via de bek in de slokdarm worden gebracht en doorgeschoven worden tot het merkje op de sonde de bek bereikt. De kans dat de sonde de trachea in gaat is verwaarloosbaar. Mocht dit toch gebeuren dan hoest en spartelt de pup en weet je dat je verkeerd zit. Van belang is elke paar dagen het meten van de afstand tussen mond en laatste rib te controleren om voor groei te corrigeren.
De pup kan worden bijgevoerd met een kunstmelkproduct voor puppies. Van belang is de aangemaakte melk te verwarmen tot lichaamstemp. (38° celcius) alvorens toe te dienen.
De maagcapaciteit van een pasgeboren pup is ca. 5-10% van het lichaamsgewicht, wat in geval van een pup van 300 gram neerkomt op 15-30 ml. De vochtbehoefte van een pup bedraagt minimaal 150-180 ml/kg, wat voor een pup van 300g neerkomt op 50-60 ml. Hierin wordt met 120 ml ruim voorzien. Na 10 dagen weegt de pup 600 gram en zal in de volgende 10 dagen zijn gewicht wederom bijna verdubbelen.
Let op: door snelle groei is het noodzakelijk om op geleide van het gewicht de hoeveelheid te voeren kunstmelk regelmatig aan te passen en dit per individuele pup te doen, gezien de soms grote variatie in lichaamsgewichten binnen een nest. Hiervoor kan bijvoorbeeld een Excel sheet worden gemaakt waarbij met sprongen van 25-50 gram de nieuwe hoeveelheid kunstmelk wordt aangegeven. Als de pup dan 50 gram is aangekomen wordt overgestapt op een hogere hoeveelheid melk.